vrijdag 10 februari 2023

Voorspellingen (deel 33)

 

  • Het tegenovergestelde. Een studie van de universiteit van Oxford uit 2013, waarin werd gewaarschuwd voor het verlies van 47% van alle jobs door de digitalisering, heeft het decennium slecht overleefd. Van de 702 beroepen geïnventariseerd naar hun mate van blootstelling aan digitalisering, werden 320 geacht een hoog risico te lopen. Wat blijkt 10 jaar later? Die 47% vertegenwoordigen nog steeds 45% van de Amerikaanse werkgelegenheid.
    • Voor 171 beroepen met een extreem risico is de werkgelegenheid sinds 2012 met amper 2% afgenomen.
    • Voor de beroepen met een hoog risico (goed voor 17% van de werkgelegenheid), werd zelfs een stijging van 14% opgemeten. (Xerfi)

woensdag 24 augustus 2022

Pijlen naar boven ? Een half uur minder file.

 Een simpele ingreep als de pijlen op de blauwe verkeersborden boven snelwegen naar omhoog laten wijzen in plaats van naar beneden kan files tot een half uur inkorten.

Een paar jaar geleden startte Rijkswaterstaat een proefproject op het verkeersknooppunt Velperbroek in Arnhem. Op de blauwe borden boven de snelweg werden de pijlen naar boven gericht in plaats van naar beneden.

De resultaten zijn opmerkelijk. "De chauffeurs worden er veel rustiger door", zegt Esther de Graaf van Rijkswaterstaat in de Nederlandse Volkskrant. De reden daarachter is dat de pijlen naar beneden alleen iets zouden zeggen over de locatie waar de chauffeur zich op dat moment bevindt en dat de pijlen naar boven meer informatie geven over wat er zit aan te komen.

"De automobilist voelt zich beter geïnformeerd", gaat de Graaf voort. "De gemiddelde rijsnelheid neemt toe met tien kilometer per uur en de files worden tot een half uur korter". Volgens de medewerker van Rijkswaterstaat 'sluiten de pijlen naar boven ook beter aan bij de moderne gps-systemen.'

zaterdag 10 oktober 2020

Tarik

 Tarik gaat naar de muur, trekt zijn bed weg, neemt onder het bed een plint van de vloer, legt die op tafel alsof er niets aan de hand is, gaat met zijn hand in een gat in de vloer, haalt een pakje hasj boven en geeft het aan mij. Zijn hand gaat opnieuw in dat gat en hij haalt een gsm boven.

'Want ge gaat pas vanavond mogen bellen, hé.'

Hij geeft me een gsm, een brok hasj en gaat werken. What the fuck, denk ik. Ik leg de hasj opzij en vraag me af hoe ik een telefoongesprek moet voeren. Naar wie moet ik bellen om te fluisteren 'hey, dit raadt ge nooit, ik zit in den bak'? Ik probeer te kalmeren en bel naar mijn vriendin, die me al lang thuis verwachtte met mijn enkelband. Ik toets haar nummer in en bel. Ze neemt op...


Enkele uren later komt Tarik terug van werken en hij blijkt een gezellige kerel te zijn. We spelen FIFA op de PlayStation, eten slagroomtaart en praten veel. Tarik vertelt dat hij in de cel zit voor drugssmokkel. Zijn job bestond erin naar Marokko te reizen, daar hasj te halen en die als toerist terug naar België te brengen. Hij vindt het niet erg om in de cel te zitten, want hij zegt dat hij buiten nog vierhonderdduizend euro cash heeft liggen. Vandaar die volle ijskast, denk ik. Omdat hij niet zo goed kan lezen, lees ik voor hem zijn volledig dossier. Ik lees dat hij langer moet vastzitten dan hij denkt, vier jaar zelfs, maar ik durf het hem niet te zeggen. Ik rook er nog eentje met Tarik en ga relaxed slapen met dank aan Canal+. Daarop tonen ze 's nachts porno. En alles ruikt naar hasj.


(Steven kon het zelf ook niet geloven - het Relaas)

Ruiselede

 Op zaterdagochtend zaten we eens in de problemen, want onze keeper, onze spits en onze kapitein kwamen niet opdagen voor de match. Bleek dat ze de avond voordien ergens hadden ingebroken, waren opgepakt en keurig op weg waren naar Ruiselede, naar de beruchte jeugdgevangenis. Ruiselede was voor velen een doel op zich: voor je achttiende moest je daar hebben gezeten. Als dat drie of zes maanden was, wow, dan was je een held.

......

Naarmate de tijd vordert, worden zijn verslavingen inderdaad heviger, zijn veroordelingen zwaarder, en begint hij te pendelen tussen de gevangenis en het gewone leven. Meerdere van zijn vriendschappen eindigen. Twee jaar en een half nadat ik de onze heb beëindigd, sterft Filip. Alleen in zijn cel in de gevangenis van Turnhout, aan een overdosis heroïne. Of het zelfmoord is of een ongeluk weten we jaren later nog niet. Enerzijds voel ik me heel slecht over zijn dood, anderzijds had ik al afstand van hem genomen omdat ik wist dat hij toch een vogel voor de kat was.


(uit Jonas en de Bende van de Zuid)

dinsdag 29 september 2020

Gent

 

Gent - (29/09/2020)

Een Gentenaar moest zich dinsdag op de Gentse politierechtbank verantwoorden voor een aanrijding met vluchtmisdrijf op de parking van de Colruyt. Volgens de procureur waren de getuigen formeel in hun verklaring, maar de man betwistte de feiten met klem.

Twee jaar geleden wilde de man zijn parkeerplaats aan de Colruyt verlaten. Volgens twee ooggetuigen vond er bij het uitrijden een aanrijding plaats. De man die ondertussen uitgeweken is naar Kortenberg vond dat er geen schade was en reed door.

Dinsdag op de rechtbank ontkende de man tot frustratie van de procureur de aanrijding. “Maar de getuigen zijn formeel?” De repliek bracht de man niet van wijs. Tot in de details beschreef hij hoe hij zijn wagen uit de parkeerplaats manoeuvreerde.

“Er kan geen aanrijding geweest zijn. Eerst botste ik zogezegd tegen de spiegel. Toen dat niet klopte, was het plots tegen de bumper. Het klopt gewoon niet.”

De rechtbank deed voorlopig geen uitspraak in de zaak. De twee getuigen worden op één december uitgenodigd om de confrontatie aan te gaan met de beklaagde.

Power Law, part 1

In the first few years of Netflix, we were growing fast and needed to hire more software engineers. With my new understanding that high talent density would be the engine of our success, we focused on finding the top performers in the market. In Silicon Valley, many of them worked for Google, Apple, and Facebook -- and they were being paid a lot. We didn't have the cash to lure them away in any numbers. But, as an engineer, I was familiar with a concept that has been understood in software since 1968, referred to as the "rock-star principle." The rock-star principle is rooted in a famous study that took place in a basement in Santa Monica, California. At 6:30 a.m., nine trainee programmers were led into a room with dozens of computers. Each was handed a manila envelope, explaining a series of coding and debugging tasks they would need to complete to their best ability in the next 120 minutes. The researchers expected that the best programmer would outperform his average counterpart by a factor of two or three. But it turned out that the most skilled programmer far outperformed the worst. He was 20 times faster at coding, 25 times faster at debugging, and 10 times faster at program execution than the programmer with the lowest marks.

This study has caused ripples across the software industry since it was published, as managers grapple with how some programmers can be worth so much more than their perfectly adequate colleagues. With a fixed amount of money for salaries and a project I needed to complete, I had a choice: Hire 10 to 25 average engineers, or hire one "rock-star" and pay significantly more than what I'd pay the others, if necessary. Over the years, I've come to see that the best programmer doesn't add 10 times the value. He or she adds more like a 100 times. Bill Gates, whom I worked with while on the Microsoft board, purportedly went further. He is often quoted as saying, "A great lathe operator commands several times the wages of an average lathe operator, but a great writer of software code is worth 10,000 times the price of an average software writer." In the software industry, this is a known principle (although still much debated). I started thinking about where this model applied outside the software industry. The reason the rock-star engineer is so much more valuable than his counterparts isn't unique to programming. The great software engineer is incredibly creative and can see conceptual patterns that others can't.

maandag 24 februari 2020

Intellectuelen, part 1

SciPy’s arrival at this point is surprising and somewhat anomalous. When started in 2001, the library had little funding and was written mainly by graduate students—many of them without a computer science education and often without the blessing of their advisors. To even imagine that a small group of ‘rogue’ student programmers could upend the already well-established ecosystem of research software—backed by millions in funding and many hundreds of highly qualified engineers10,11,12—was preposterous.